De naam nasi goreng komt uit het Indonesische en Maleisische taalgebied: “nasi”, dat gekookte rijst betekent, en “goreng”, dat gebakken betekent. Het refereert specifiek aan de Indonesische varianten. Nasi goreng wordt in Indonesië gezien als nationaal gerecht.
ingrediënten
- 300 gram rijst
- 300 gram vlees in stukjes
- 3 teentjes knoflook geperst
- 100 gram magere spekreepjes
- 2 uien
- 1 el sambal
- 4 el ketjap asin
- 1 tl zout
- 2 tl suiker
- ½ tl ketoembar (gemalen koriander)
- ½ tl laos
- ½ tl koenjit (kurkuma)
- 3 tl djahé (gemberpoeder)
- 2 el olie
- 300 gram gesneden prei
- 150 gram andere groente, bijv. wortel, taugé, kool e.d.
bereiding
Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking. Het liefst van tevoren, zodat de rijst afgekoeld is voor verdere verwerking.
Meng het vlees met de sambal, de helft van de ketjap, knoflook, zout, suiker en de specerijen.
Bak in een ruime hapjespan of wok de spekjes uit. Voeg de uitjes toe en fruit deze even mee.
Haal het geheel uit de pan en bewaar op een bord.
Doe de olie in deze pan en bak het gemarineerde vlees. Voeg de spekjes en uitjes toe.
Beng op smaak met de rest van de ketjap.
Voeg de prei en de overige groente (behalve de taugé) toe en bak dit al omscheppend ca. 5 minuten.
Roer de rijst erdoor en bak het geheel nog ca. 10 minuten.
Voeg aan het eind de taugé toe.
Bereidingstijd ca. 30 minuten
Bron: AH recepten