ingrediënten:
160 ml halfvolle melk op kamertemperatuur
80 ml water op kamertemperatuur
1 tl suiker
2 tl of 1 zakje gedroogde gist
320 gr tarwebloem
tijmblaadjes, fijngesneden
olijfolie om in te bakken
zout, peper
Meng melk, water, suiker en gist in een kom, totdat de gist goed is opgelost. Laat 10 minuten rusten.
Voeg dan bloem, zout en tijm toe.
Meng dit eerst met een vork en daarna met de hand. Als het erg plakt, wat bloem op de handen doen.
Zodra er een mooie deegbal is ontstaan, deze in een andere kom, ingesmeerd met olijfolie, doen.
De kom afdekken met folie of vochtige doek en deeg laten rijzen tot dubbele hoeveelheid.
Snijd het deeg in stukjes en rol het op een bebloemd oppervlak uit tot platte ronde, niet te dunne, schijven.
Verhit olijfolie in een niet te ondiepe pan op een middelmatig vuur en bak de broodjes stuk voor stuk langzaam gaar aan beide kanten.
Snijd de broodjes in punten en gebruik deze om te dippen.
