Ingrediënten:
bodem:
150-200 gram volkorenbiscuit
4 tl koekkruiden
60-80 gram boter
overig:
250 gram bloem
200 gram roomboter
160 gram gele basterdsuiker
1 snufje zout
evt citroenrasp
1 ei
2 appels (Elstar)
1 flinke tl kaneel
1 el poedersuiker
150 gram amandelspijs
een beetje gelei of vruchtenjam (sinaasappel/abrikoos)
Maal de koekjes fijn en vermeng het kruim met de koekkruiden. Dit gaat handig in een keukenmachine.
Smelt de boter en meng dit ook door het kruim.
Druk het kruim in een ingevette vorm die bekleed is met bakpapier.
Zet dit even in de koelkast om te harden.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Schil de appels en snij in platte stukjes, bestrooi dit met de kaneel en poedersuiker.
Maak een deeg van de bloem, boter, basterdsuiker, zout, citroenrasp en de helft van het los geklopte ei.
De helft van het deeg verdelen over het koude kruim, voorzichtig aandrukken.
Rasp de amandelspijs en verdeel dit over de eerste laag deeg. Verdeel de rest van het deeg hierover.
Verdeel de stukjes appel over het geheel en bestrijk de randjes van het deeg met het overgebleven ei.
Plaats de vorm in het midden van de oven en bak dit voor 30 minuten.
De nog warme appelstukjes bestrijken met de jam.
De koek goed af laten koelen (ca. 4 uur) alvorens je ‘m aansnijdt.
Uit: diverse recepten en deze gecombineerd.
